Zeldzaam dier:

Het vogelbekdier
Het vogelbekdier is toch wel één van de vreemdste diersoorten die je op aarde
kan terugvinden. Dit merkwaardige dier heeft immers wel iets van drie andere bekende dieren: de snavel van een eend, het lijf
van een otter en de staart van een bever. Een vogelbekdier is vooral terug te vinden in de rivieren van Australië.
Hij is zo'n 60 cm lang, weegt zo'n 1 à 2 kilogram en kan tot 17 jaar oud worden.

Levensloop van een vogelbekdier
Omdat een vogelbekdier behoort tot de groep van de snaveldieren, wil dit
zeggen dat het dier eieren legt, wat toch merkwaardig is, omdat het vogelbekdier een zoogdier is. Van de 4237 verschillende
soorten zoogdieren vormen de miereneter en het vogelbekdier de enige uitzonderingen die eieren leggen.
Ze leggen eieren zoals een vogel, en eenmaal wanneer de jongen eruit zijn, worden ze gezoogd.
In de paartijd slapen
mannetje en vrouwtje apart: het vrouwtje nestelt zich in een privé-hol, waar ze zal baren en haar jongen zal grootbrengen. De
eieren, die ze legt, mogen niet uitdrogen. Daarom is het belangrijk dat er natte bladeren worden aangebracht, om de eieren
mee te bedekken. Om zich te beschermen tegen eventuele 'rovers', maakt ze verschillende barrières in de tunnel naar haar
hol. Ze maakt om elke meter een aardwal, van zo'n 15 cm hoog, die ze stevig aanklopt met de staart. Wanneer er een indringer
is, zal ie op de eerste afscheiding stuiten en die proberen te doorbreken, maar na enkele afscheidingen laat ie de moed zakken
en druipt dan maar af. Want weet dat een tunnel wel 33 meter lang kan zijn!
Een vogelbekdier legt meestal 2 à 3 eieren,
die rubberachtig aanvoelen, net zoals bij reptielen. Die worden dan warm gehouden door het wollige lijf van het vrouwtje.
Als de jonkies een dag of 10 zijn, is het tijd om uit het ei te komen. Al die tijd eet de moeder niet en heeft ze de opdracht
om het hol vochtig te houden, wat uiteraard niet gemakkelijk is. Een pasgeboren jong is uiteindelijk niet veel groter dan
de nagel van je vinger. De kleintjes beginnen al gauw de melk op te likken, want de melk komt uit de vacht. Een vogelbekdier
heeft namelijk geen tepels: de melk komt dus gewoon uit de poriën. Na 16 weken kunnen de jongen reeds zwemmen
en zelf op zoek gaan naar voedsel. De moeder zal hen echter nog zes weken zogen, omdat ook voor deze zwemmers alle begin moeilijk
is, om meteen voedsel te vangen.

Woonplaats
Een vogelbekdier woont in holen die hij graaft, in de oevers van rivieren of meren. De tunnels
liggen steeds boven de waterspiegel. Het graven is een merkwaardig fenomeen, daar al zijn poten vliezen hebben, die voorbij
zijn tenen reiken waardoor hij onder water trouwens enorm snel vooruit komt. Het lijken wel roeispanen! Uiteraard is dit op
het land vrij ongemakkelijk, ware het niet dat hij zijn vliezen kan vouwen onder zijn poten, waardoor bvb. de klauwen vrijkomen
om zo te kunnen graven.

Voedsel
Een vogelbekdier is een vraatzuchtig dier. Er zijn weinig andere diersoorten, die zo gulzig zijn.
Om dit aan te tonen, moet je jezelf maar eens inbeelden, dat je in één nacht zoveel eten wegwerkt, als je zelf weegt! Hij
voedt zich voornamelijk met dierlijk voedsel, waardoor hij één van de best doorvoede diersoorten ter wereld is. Behalve wormen
en kikkers, eten deze snaveldieren ook kreeftjes, garnalen, kikkerdril, waterinsekten, waterslakken, ...
Een
vogelbekdier gaat op zoek naar zijn prooi, gebruikmakend van zijn neus en snavel. Zijn oren en ogen zijn volledig dicht. Hij
vroet meestal op de rivierbodem, gebruikmakend van zijn vreemde snavel. Die lange, merkwaardige 'neus' is bekleed met een
zacht, onbehaard, leerachtig vel, waarin vele zenuwuiteinden uitmonden. Omdat hij geen adem onder water kan halen, moet
hij zeer snel zijn met het vroeten. Elke minuut komt ie boven water voor verse lucht. Hij propt zijn prooi in de wangzakken,
om alzo geen tijd te verliezen. Boven water gekomen, rust ie dan even, om daarna alles op te eten. Hij heeft geen tanden:
om het eten te vermalen, gebruikt ie zijn benige richels in de bek. Het jagen zelf neemt een uurtje 's morgens en een uurtje
's avonds in beslag. Verder heeft ie dan tijd om te rusten en om zijn vacht proper te houden.
|