Japanse eer-cultuur
Een belangrijk onderdeel van de Japanse cultuur is het begrip 'eercultuur'. De
westerse wereld kent een christelijke cultuur, die we de 'zondecultuur' kunnen noemen. De westerling kent het begrip zonde
als iets dat niet gedaan mag worden. iets dat indruist tegen de maatschappelijke en/of anderszins geldende regels. Iemand
die 'gezondigd' heeft of dus een strafbaar feit heeft gepleegd, kan gestraft worden en daarmee is de kous af. De Japanner, en eigenlijk geldt dit veel algemener voor de Aziaat, kent geen
zondebegrip maar men kent het begrip 'eer' en men spreekt van een 'eercultuur'. Deze 'eercultuur' of ook wel 'schaamtecultuur'
genoemd, speelt een hele belangrijke rol in het leven van de Aziaat en zeker in het leven van de Japanner. Eer en belediging
en het hiermee gepaard gaande gezichtsverlies dat schaamte veroorzaakt, kunnen op verschillende manieren een rol spelen. Nog
steeds is uitgelachen worden een zeer vernederende ervaring die koste wat kost vermeden dient te worden. De
Japanner, zijn familie, of zijn voorvaderen kunnen in hun eer aangetast zijn door allerlei oorzaken. Men kan een Japanner
beledigen (en dat is zeer ernstig) door niet de juiste aanspreekvorm te gebruiken of niet de nodige eerbied te betrachten.
In vroeger dagen kon daar een doodstraf op staan. Een samoerai die vroeger niet volgens de samoerai code leefde, bezoedelde
de samoerai-stand en kon veroordeeld worden tot het plegen van seppuku (bij ons meer bekend als harakiri, ofwel het op rituele
wijze plegen van zelfmoord). Dit veroordelen gebeurde niet in een uitgebreid proces maar de 'heer' van de samoerai (samoerai
waren altijd in dienst van een leenheer) kon dit in één zinnetje uitspreken en dan diende dit uitgevoerd te worden. Hiermee
was de eer weer gered. Ook kan men zijn eer verliezen als bvb corruptie bekend wordt en zelfs
heden ten dage kan dit zelfmoord tot gevolg hebben. Het is dan niet zozeer de corruptie
zelf die de aanleiding is maar meer het bekend worden van die corruptie.
Moeten toegeven dat men iets niet weet wordt ook gezien als een soort gezichtsverlies
en dus aantasting van de eer, evenals het moeten aanhoren dat men iets niet bij het rechte eind heeft, wordt als zodanig gezien.
De Japanner zal dus een ander niet gauw gezichtsverlies laten lijden en dat is voornamelijk de oorzaak dat men niet gauw 'nee'
zegt als men niet aan een verzoek kan voldoen of als de ander iets niet goed heeft gedaan. Men zal nooit keihard 'nee' zeggen.
Als men een Japanner iets vraagt dat hij niet kan of niet wil, zal hij zeggen: ja, maar eehhhh........ En voor de andere
moet dit genoeg zijn om te begrijpen dat het niet door kan gaan.
De samoerai
Waarschijnlijk door hun hoge afkomst en het bekleden van hoge posities
verwerven de samoerai een hoge sociale status. Men gaat er nu van uit dat de samoerai-klasse zo rond de 12e eeuw als zodanig
is opgekomen (samoerai betekent 'hij die dient'). De samoerai ontwikkelen eigen gedragscodes, die beïnvloed zijn door het
boeddhisme en door shintô en waarin moed, trouw, eer en onverzettelijkheid de boventoon voeren. Deze gedragscode wordt wel
'bushidô' genoemd, de weg van de krijger. Het is een gedragscode van eerlijk en plichtsgetrouw en vooral vastberaden opkomen
voor je meester. Bij een gevecht is de toestand van de geest belangrijk en en een evenwicht tussen lichaam en geest dient
bereikt te worden. De theeceremonie, is een bezigheid waar de samoerai zich graag aan overgeeft, het is een manier om de geest
tot rust te laten komen, als voorbereiding voor een gevecht. In de Edo-periode (1603-1868) ontstaan er
4 sociale klassen. De hoogste klasse wordt bezet door de samoerai. Hierna komen de boeren, dan de ambachtslieden en als laatste
de kooplieden. De samoerai werden betaald met rijst. De samoerai hebben een grote macht over de gewone bevolking door hun
speciale privileges. Het is hun toegestaan om gewone burgers te doden als die zich niet correct opstellen of de juiste
gedragscode gebruiken t.o.v. de samoerai. Zij mogen als enigen twee zwaarden dragen, een lange en een korte. Het lange zwaard
wordt gebruikt bij gevechten en het korte zwaard kan gebruikt worden bij het plegen van seppuku, een op rituele wijze uitgevoerde
zelfmoord, om een eventuele schande, zoals bijv. gevangenneming te voorkomen. Het plegen van seppuku is voorbehouden aan de
samoerai en het is een eer om dit te mogen doen. Het is bvb. een schande voor een samoerai en voor zijn familie om, bijv.
bij een vergrijp of misdaad, veroordeeld te worden tot de doodstraf. Zijn heer of daimyô kan echter dan als bijzondere gunst
de doodstraf omzetten in seppuku. Hiermee is de eer van de samoerai en de familie weer gered.

Draken
Zoals ik al wel zei komen er in de geschiedenis van Japan heel veel draken voor. Deze draken hebben een bepaalde betekenis
in de cultuur. Overal in die landen kom je afbeeldingen tegen van deze beesten. Draken zijn meestal lange grote beesten met
veel uitsteeksels. Hun hoofden zijn vaak ook groter afgebeeld dan hun lijf. Wanneer de Japanners nieuw jaar vieren komt meestal
ook de draak even om de hoek kijken. Vaak wordt dit beest bespeeld door een heleboel mensen. Eén persoon loopt in het grote
hoofd en de rest loopt onder het lijf van de draak. Zo lijkt het net een echte draak die zich door de straten van China en
Japan waant.

|